De Hervormde begraafplaats in Leur, 1878 (blauw omrand).
In 1869 kreeg Nederland een nieuwe wet “tot vaststelling van bepalingen betrekkelijk het begraven van lijken, begraafplaatsen en de begrafenisregten”.
Bijna 10 jaar later, in 1878, kwam S.C.J. Heerma van Voss in een stevig juridisch gevecht terecht, vanwege deze wet. Als president (voorzitter) van het College van Kerkrentmeesters en Notabelen van de Hervormde Gemeente te Leur vroeg hij vergunning aan voor een kleine uitbreiding van de begraafplaats van deze kerkelijke gemeente, maar kreeg die niet van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Etten en Leur. Het gevolg was een fikse juridische strijd, tot aan de Raad van State.
Allerlei argumenten op paper, een beroep bij Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, advies van een Inspecteur van het Geneeskundig Staatstoezicht, een brief aan de Koning, inschakeling van een Haagse advocaat; het was allemaal nodig, want de begraafplaats moest en zou groter worden. Het beroep op de Koning leidde uiteindelijk tot een uitspraak van de Raad van State en daarmee tot het einde van dit verhaal.
Omdat Heerma van Voss in 1878 tegen betaling de processtukken liet overschrijven door de Raad van State, om ze zelf te kunnen bestuderen, en hij heel veel documenten bewaarde, was het anno 2023 nog steeds mogelijk het traject, dat doorlopen is in deze procesgang, te reconstrueren.
Onder het boek staan icoontjes, om acties uit te voeren. Eén van de icoontjes geeft een handig overzicht van de inhoud van het boek.