Arie de Bruin (19 oktober 2020, deze versie: 19 december 2023)
Voorwoord "Vliegen en vallen bij Etten-Leur"
Pinneke Busch gereed voor de start
Na de eerste gemotoriseerde vlucht in Nederland van Charles graaf de Lambert op 27 juni 1909 duurde het niet lang of er kwamen meer vliegeniers in zicht. Ook in en bij Etten-Leur. Befaamd werd Constant (“Pinneke”) Busch, een man die een tragisch einde vond, niet echter met een vliegtuig in de buurt, maar door een echte moordenaar. Hij vloog bij Etten, en elders. Een lange vliegcarrière had hij niet.
De volgende die door het Etten-Leurse luchtruim vloog was Heinrich van der Burg. Hij kreeg in de Nederlandse luchtvaartgeschiedenis een eigen plaats. Een echte pionier, die niet bang was, maar ook niet roekeloos. Volgens de krantenberichten uit die tijd landde hij, in tegenstelling tot vliegenier Busch, wel echt in Etten, met veel publiek erbij.
Minder goed of helemaal niet te dateren zijn de anekdotische vliegpogingen, van boeren of andere mannen die dachten met zelfgemaakte vleugels een eindje te kunnen vliegen. Vele varianten van dergelijke verhalen zijn in omloop; ook uit Etten-Leur. Ze vormen een prachtige aanvulling op de toch wel zeer serieuze vliegtochten van de heren Busch en Van der Burg.
Onder het boek staan icoontjes, om acties uit te voeren. Eén van de icoontjes geeft een handig overzicht van de inhoud van het boek.
Nadat mijn vader Constant Busch ( de zoon van Pinneke Busch) was overleden kwam veel bewaard fotomateriaal, uit dozen en foto-albums, waaronder krantenknipsels van de moord op mijn opa. Het levensverhaal van Pinneke, verteld door mijn vader, de zoon van Pinneke, prikkelde mijn fantasie. Toen in 2012 de Stichting Roos over zijn leven een musical wilde maken werd ik samen mijn broer Constant en Herman benadert. Interviews volgden en beelden werden uitgewisseld. In juli 2012 opende mijn broer Constant een vliegshow ter ere van Pinneke op vliegveld Seppe en werd de familie als eregast uitgenodigd door de Stichting Roos om de musical in Roosendaal bij te wonen. Ik besloot toen een boek te gaan schrijven over het bijzondere leven van mijn Opa. Dit plan bleef lange tijd in de week staan maar in 2020 de stoute schoenen aangetrokken. Uit archieven die ik ook gebruikt heb is heel veel materiaal te halen maar ik wilde ook een beeld krijgen wie hij eigenlijk was en wat hem bewoog in het leven. Ik ben toen naar hem op zoek gegaan. Veel had mijn vader mij mondeling reeds overgedragen. In de afrondende fase van het boek kom ik uw publicatie tegen en lees in de disclaimer dat U uw best heeft gedaan om rechthebbende te achterhalen. In uw publicatie
staan mijn broers en ik afgebeeld en ook via de stichting Roos heb ik nooit iets vernomen. De coverfoto die u gebruikt komt uit het familiearchief en ik heb zelf het origineel in Photoshop moeten herstellen. Dit beeld aan Roos ter beschikking gesteld en nog meer foto’s die ik ook in het boek van Wesseling tegenkom. Het coverbeeld komt natuurlijk ook in openbare archieven voor, dus op zich geen bezwaar en ziet uw publicatie er verzorgd uit. Overigens trekt Wesseling in zijn boek conclusies over mijn opa, louter gebaseerd op rechtbankverslagen en op getuigen die door de verdediger van Muylwijk, worden opgeroepen om een zo’n slecht mogelijk beeld van hem neer te zetten ( begrijpelijk vanuit het standpunt van de verdediging) Ik maak in mijn boek ook gebruik van dezelfde bronnen maar kan daar door de gesprekken die ik met mijn vader veel aan toe voegen.
Geachte heer de Bruin,
Nadat mijn vader Constant Busch ( de zoon van Pinneke Busch) was overleden kwam veel bewaard fotomateriaal, uit dozen en foto-albums, waaronder krantenknipsels van de moord op mijn opa. Het levensverhaal van Pinneke, verteld door mijn vader, de zoon van Pinneke, prikkelde mijn fantasie. Toen in 2012 de Stichting Roos over zijn leven een musical wilde maken werd ik samen mijn broer Constant en Herman benadert. Interviews volgden en beelden werden uitgewisseld. In juli 2012 opende mijn broer Constant een vliegshow ter ere van Pinneke op vliegveld Seppe en werd de familie als eregast uitgenodigd door de Stichting Roos om de musical in Roosendaal bij te wonen. Ik besloot toen een boek te gaan schrijven over het bijzondere leven van mijn Opa. Dit plan bleef lange tijd in de week staan maar in 2020 de stoute schoenen aangetrokken. Uit archieven die ik ook gebruikt heb is heel veel materiaal te halen maar ik wilde ook een beeld krijgen wie hij eigenlijk was en wat hem bewoog in het leven. Ik ben toen naar hem op zoek gegaan. Veel had mijn vader mij mondeling reeds overgedragen. In de afrondende fase van het boek kom ik uw publicatie tegen en lees in de disclaimer dat U uw best heeft gedaan om rechthebbende te achterhalen. In uw publicatie
staan mijn broers en ik afgebeeld en ook via de stichting Roos heb ik nooit iets vernomen. De coverfoto die u gebruikt komt uit het familiearchief en ik heb zelf het origineel in Photoshop moeten herstellen. Dit beeld aan Roos ter beschikking gesteld en nog meer foto’s die ik ook in het boek van Wesseling tegenkom. Het coverbeeld komt natuurlijk ook in openbare archieven voor, dus op zich geen bezwaar en ziet uw publicatie er verzorgd uit. Overigens trekt Wesseling in zijn boek conclusies over mijn opa, louter gebaseerd op rechtbankverslagen en op getuigen die door de verdediger van Muylwijk, worden opgeroepen om een zo’n slecht mogelijk beeld van hem neer te zetten ( begrijpelijk vanuit het standpunt van de verdediging) Ik maak in mijn boek ook gebruik van dezelfde bronnen maar kan daar door de gesprekken die ik met mijn vader veel aan toe voegen.
Met vriendelijke groet, Albert Busch